Arbeidsmigratie

Thijs Lensen

Een van de kernwaarden van Perspectief is ‘Economische ontwikkeling in balans’. Dit betekent dat we alleen economische ontwikkelingen ondersteunen wanneer er balans is tussen economie, de open ruimte, beschikbaarheid van landbouwgrond, natuur, biodiversiteit en meer. Het betekent dat de belangen van de inwoners van onze gemeente leidend zijn, zoals een goede woon- en leefomgeving.

 

Vanuit dat perspectief is het interessant om eens naar het onderwerp arbeidsmigratie te kijken.

Perspectief is kritisch op het ontwikkelen van bedrijven die voor hun arbeidskrachten afhankelijk zijn van nieuwe arbeidsmigranten, zoals bij de blokkendozen die in Greenport zijn gerealiseerd.

 

Perspectief is niet tegen arbeidsmigratie. Essentiele voorwaarde voor arbeidsmigratie is dat dit kan rekenen op de draagkracht van onze gemeenschap op het gebied van huisvesting, integratie, veiligheid, zorg en onderwijs. Juist ook voor de arbeidsmigranten zelf: we willen dat mensen die in onze gemeente wonen een menselijk en goed bestaan hebben.

 

Om meer zicht te krijgen op arbeidsmigratie hebben we feiten nodig. Hoeveel arbeidsmigranten wonen er in onze gemeente? Welke vergunningen zijn er of welke liggen nog in de pijplijn? Omdat al deze informatie niet beschikbaar is, hebben we besloten om het College een aantal vragen te stellen. Eerst helderheid, daarna het beleid aanpassen.

 

Op die manier kunnen we voorkomen dat over een tijdje weer een wethouder zegt: “het is ons allemaal overkomen”.

 

Een aantal van de vragen die de fractie gesteld heeft aan het College op 7-1-2024:

 

1. In onze gemeente is op de diverse locaties huisvesting van arbeidsmigranten vergund.

a. Wij willen een volledig overzicht van de locaties in onze gemeente en aantal huisvestingsplekken per locatie.

b. Hoeveel huisvestigingsplekken voor arbeidsmigranten zijn er in onze omringende gemeenten?

 

2. Voor hoeveel locaties loopt er op het ogenblik een procedure om huisvesting mogelijk te maken? Ook hier graag een overzicht van de locaties met het gewenste aantal arbeidsmigranten dat men wil huisvesten op elke locatie.

 

3. Controle huisvestiging

a. Op hoeveel locaties werd de huisvestiging van arbeidsmigranten gecontroleerd?

b. Hoeveel gevallen werd tot legalisatie en dwangsom procedures ingezet?

 

4. Is de gemeente ten alle tijden verplicht mee te werken met legalisatie? Zo ja, gaarne een onderbouwing en verwijzing naar de relevante stukken waar dit in is aangegeven.

 

5. Hoever zijn de plannen van het college om gemeentelijke arbeidsmigrantenhuisvestinglocaties te realiseren?

 

6. Jaren geleden heeft de commissie Roemer onderzoek gedaan naar arbeidsmigratie en de huisvesting van de arbeidsmigranten. Dit rapport is alom omarmd, maar ligt nu in een bureaula en heeft nog niet geleid tot aanpassing van wetgeving. De verantwoordelijk wethouder heeft vaker aangegeven dat veel van de aanbevelingen van de commissie Roemer al in het gemeentelijke beleid is overgenomen.

We willen van het College graag een opsomming en de aard de adviezen die volgens het College het meest belangrijk zijn voor het benodigde en draagkracht van de samenleving en die in gemeentelijk beleid zijn overgenomen. Welke adviezen zijn dat?

 

7. Het meest belangrijke advies van de commissie Roemer was om huisvesting en werk te scheiden, om daarmee de afhankelijkheid van de arbeidsmigrant fors te verminderen. In de verleende vergunningen door de gemeente ziet men dit nog steeds niet terug, hetgeen onwenselijk lijkt.

Hoe is de scheiding tussen werk en huisvestiging op de huisvestigingslocaties geregeld?

 

8. De verantwoordelijk wethouder heeft meerder malen in de Raad en daarbuiten aangegeven dat het beleid uit 2019 rondom Huisvesting Arbeidsmigranten zal worden aangepast en verbeterd.

Welke onderdelen van het beleid heeft het college aangepast en wanneer komt dit ter beoordeling in de raad?

 

9. In de publieke opinie is het beeld veelal, dat de lusten van de arbeidsmigratie voor de werkgevers, uitzenders en huisvesters zijn en dat de lasten voor de samenleving zijn.

a. Hoeveel hebben de werkgevers die gebruik maken van de arbeidsmigranten, de afgelopen 4 jaar, per jaar, bijgedragen aan de maatschappelijke financiële kosten, uitgedrukt in euro’s?

b. Hoeveel dragen de werkgevers bij in de kosten voor de gemeenschap, zoals gesteld bij vraag 1?

c. Wij willen ook een overzicht van de extra kosten als gevolg van de aanwezigheid van de grote aantallen arbeidsmigranten (zorg, toezicht, controle, daklozenopvang, handhaving etc.) en de voordelen (toeristenbelasting, etc.).

Beantwoording van voor- en nadelen voor zowel de materiële als immateriële opgaven.

 

10. Voor de gewenste/noodzakelijke aanwezigheid van arbeidsmigranten is draagvlak onder de lokale bevolking en draagkracht van de samenleving gewenst. Afgezien van de aspecten “meedoen en de taal leren”, lijkt met name het aantal arbeidsmigranten in aantallen en percentages daarbij een belangrijke graadmeter.

a. Is er voor het College een grens tot hoeveel arbeidsmigranten een gemeente als Horst aan de Maas kan opnemen in percentages en aantallen en dus afgezien van de bovengenoemde aspecten?

b. Welke redenen zijn er, hoeveel arbeidsmigranten een gemeente kan opnemen en waarop is dit gebaseerd?

 

11. Aan de randen van gemeente Horst aan de Maas zijn veel arbeidsmigranten locaties gevestigd in de andere gemeenten.

Hoe is de afstemming tussen de gemeenten geregeld voor het vestigen van een locatie en welke afspraken zijn gemaakt?

 

Perspectief Horst aan de Maas

Thijs Lenssen

Thijs Lensen